Het normbedrag voor iedere leerling is € 12,50. De GGA-regio beslist hoeveel subsidie de gemeente over deze € 12,50 aanvraagt bij de provincie. Meestal is dat 80%. De gemeente ontvangt in dat geval van de provincie dus 80% van het aantal leerlingen keer € 12,50. De school en/of de gemeente finaniert/financieren de resterende 20%.
Als een gemeente lokale BVL-bijeenkomsten organiseert, geldt een normbedrag van € 13,50 per leerling. De extra € 1 is voor gemeenten zelf zodat zij ondersteuning kunnen zoeken voor het organiseren van deze scholenbijeenkomsten. Is hiervoor geen ondersteuning nodig, dan beslist de gemeente zelf waar zij dit extra geld aan besteedt op het gebied van verkeersveiligheid. Denk aan het inhuren van een externe spreker voor een scholenbijeenkomst, een extra project voor scholen, het uitzetten van een prijsvraag of kleinschalige maatregelen rondom de school.
BVL-scholen en gemeenten kunnen ervoor kiezen om BVL-activiteiten - zoals het verkeersexamen of een dodehoekproject - centraal (te laten) organiseren. Dan roomt de gemeente het benodigde geldbedrag hiervoor eerst af. Het restbedrag is dan beschikbaar voor de scholen zelf. Gemeenten en scholen kunnen er ook voor kiezen dat elke school zélf BVL-activiteiten inkoopt van het volledige bedrag dat voor de school beschikbaar is. Bijvoorbeeld: een school heeft 350 leerlingen en de gemeente financiert 80%. Dan ontvangt de school voor dat jaar 80% van 350 leerlingen maal € 12,50: dat is netto € 3.500 voor de school die dat zélf uitgeeft aan verkeersactiviteiten en -materialen, zoals de verkeersexamens voor groep 7/8 bij Veilig Verkeer Nederland.
Er is ook nog subsidie voor scholen die niet meedoen aan het BVL maar wél aan het verkeersexamen. Zij krijgen hiervoor een normbedrag van € 3 per deelnemende leerling. Die vragen ze aan bij de gemeente.